SUMMARY - INTERNATIONAL LAW AND THE UNITED STATES INVASION OF IRAQ

Following weeks of diplomatic activities at the United Nations and the capitals of member states of the Security Council, the United States and a « coalition of the willing » launched a military invasion of Iraq without the authorization of the Security Council. In a letter to the President of the Security Council, the United States invoked Security Council resolutions 678 (1990) and 1441 (2002), and Iraq’s failure to comply with its ceasefire obligations, as legal justifications for the invasion. The United States maintained that it had a continuing legal authorization under resolution 678 (1990) to use force against Iraq after Iraq failed to fully implement its ceasefire obligations, which were ratified by the Security Council under resolution 687 (1991), following the end of the first Gulf war. The United States also claimed that resolution 1441 (2002) further warmed Iraq of « serious consequences » if it did not comply fully with United Nations weapons inspectors.
At the time of the invasion the Bush administration argued that Iraq’s possession of weapons of mass destruction (WMD) was a potential threat to American national security, in light of the post-September 11th world in which terrorists could gain control of these weapons and use them against the United States. The Bush administration claimed that in a post-9/11 world it could not wait to be attacked by rogue nations or terrorists and had to preemptively strike at nations that refuse to disarm. The Bush administration also said it was enforcing the resolutions of the Security Council which required Iraq to disarm but it failed to do so.
Critics of the Bush administration policy rejected the justifications and condemned the invasion as a blatant violation of international law and the United Nations Charter. They claimed that the United States had no legal authority to invade Iraq without explicit authorization from the Security Council. They maintained that the weapons inspectors were making progress in their search for Iraq’s WMD and needed more time to complete their work; that Iraq was cooperating with the inspectors; and that there was no connection between Iraq and the 9/11 terrorists. They also rejected the Bush administration’s reliance on Security Council resolutions 678 (1990 and 1441 (2002). The authority granted under resolution 678 (1990) expired with the adoption of resolution 687 (1991); and resolution 1441 (2002) did not authorize the use of force against Iraq in the event Iraq failed to meet its international obligations. It was the understanding of the Russia, France and Germany when they voted in favor of the resolution that a second Security Council resolution would be required before any military action can be initiated against Iraq.
This article analyzes the legal issues surrounding the United States invasion of Iraq and examines both sides of the legal debate regarding the justifications for the invasion. The article concludes by refuting the United States position that invasion of Iraq was legal under international law and the Charter of the United Nations.

RESUME - LE DROIT INTERNATIONAL ET L’INVASION DE L’IRAK PAR LES ETATS-UNIS

Après des semaines d’activités diplomatiques au sein des Nations Unies et dans les capitales des pays membres du Conseil de Sécurité, les Etats-Unis et une « Coalition de volontaires » ont envahi l’Irak militairement sans l’autorisation du Conseil de Sécurité. Dans une lettre adressée au Conseil de Securité, les Etats-Unis invoquèrent les résolutions 678 (1990) et 1441 (2002), et le refus de l’Irak de respecter ses obligations concernant le cessez-le-feu comme justification légale de l’invasion. Les Etats-Unis affirment que la résolution 678 leur octroyait l’autorisation légale de l’usage de la force contre l’Irak, après que ce pays manqua à ses obligations recueillies dans l´accord de cessez-le-feu. Ces résolutions avaient été ratifiées par la résolution 687 (1991) du Conseil de Sécurité à la fin de la première guerre du Golfe. Les Etats-Unis affirmèrent aussi que la résolution 1441 (2002) avertissait l´Irak de « sérieuses conséquences » si elle ne collaborait pas entièrement avec les inspecteurs en armement des Nations Unies.
Au moment de l´invasion, l´administration Bush basait son cas sur le fait que l´Irak possédait des Armes de Destruction Massive (ADM) et représentait une grande menace pour la sécurité nationale des Etats-Unis, car après les attentats du 11 Septembre, il existait un risque que des terroristes pourraient avoir accès à ces armes et les utiliser contre les Etats-Unis. L´administration Bush affirma que, après les attentats du 11 Septembre, les Etats-Unis n´attendraient plus d´être attaqués par des nations délinquantes ou des terroristes, mais qu´elles prendraient des mesures préventives en attaquant les nations qui refuseraient de se désarmer. L´administration Bush déclara aussi qu´elle était en train d´appliquer les résolutions du Conseil de Sécurité qui réclamaient le désarmement de l´Irak, mais que cette dernière n´avait pas respecté.
Les nations qui s´opposaient à la politique de l´Administration Bush rejetèrent ses justifications et condamnèrent l´invasion de l´Irak comme une flagrante violation du droit international et de la Charte des Nations Unies. Selon celles-ci, sans l´autorisation du Conseil de Sécurité, les Etats-Unis n´avaient pas l´ autorité légale d´envahir l´Irak. Ces nations affirmaient que les inspecteurs en armement des Nations Unies avaient fait des progrès dans leur recherche des armes de destruction massive de l´Irak et avaient besoin de plus de temps pour achever leur tâche. Elles reconnaissaient aussi que l´Irak était en train de coopérer avec les inspecteurs et qu´il n ´y avait aucun rapport entre l´Irak et les attentats terroristes du 11 septembre. Ces nations rejetèrent aussi les références de l´administration Bush aux résolutions 678 (1990) et 1441 (2002). L´autorité octroyée par la résolution 678 (1990) avait expiré avec l´adoption de la résolution 687 (1991), et la résolution 1441 (2002) n´autorisait pas l´usage de la force contre l´Irak au cas où ce pays ne respecterait pas ses obligations internationales. C´est ce que l´avaient compris des pays comme la France, la Russie et l´Allemagne quand ils votèrent en faveur de la résolution et qu´ une autre resolution serait nécessaire avant d´entreprendre une intervention militaire quelconque contre l´Irak.
Cet article analyse les aspects légaux de l´invasion militaire de l´Irak par les Etats- Unis en examinant les côtés du débat légal concernant la justification de l´invasion. En conclusion l´article rejette la position des Etats-Unis qui considérait que l´invasion de l´Irak était légale selon le droit international et la Charte des Nations Unies.

SAMENVATTING - INTERNATIONAAL RECHT EN DE INVASIE VAN IRAK DOOR DE VERENIGDE STATEN

Na weken van diplomatieke bedrijvigheid bij de Verenigde Naties en in de hoofdsteden van de lidstaten van de Veiligheidsraad, zijn de Verenigde Staten, gesteund door een «coalitie van gewilligen», Irak binnengevallen zonder toestemming van de Veiligheidsraad. In een brief gericht aan de Voorzitter van de Veiligheidsraad, rechtvaardigden de Verenigde Staten deze invasie juridisch gezien op basis van de resoluties 678 (1990) en 1441 (2002) van de Veiligheidsraad en de weigering van Irak om zijn verplichtingen tot een staakt-het-vuren na te komen. De VS beweerden over een wettelijke «permanente machtiging» te beschikken om geweld te gebruiken tegen Irak, indien het land zijn verplichtingen, krachtens de resolutie 678 (1990) die na de eerste Golfoorlog opgesteld werd, niet zou nakomen. Ze beweerden eveneens dat de resolutie 1441 (2002) Irak waarschuwde voor «ernstige gevolgen» indien ze zouden blijven weigeren met de VN-wapeninspecteurs samen te werken.
Op het moment van de invasie argumenteerde de regering Bush dat de aanwezigheid van massavernietigingswapens (WMD) in Irak een mogelijke bedreiging voor de Amerikaanse veiligheid betekende, in het licht van de situatie na 11 september en het risico dat terroristen deze wapens in handen zouden krijgen en ze zouden inzetten tegen de Verenigde Staten. De regering Bush wees erop dat na 9/11 de Amerikanen niet konden wachten tot ze aangevallen zouden worden door schurkenstaten of terroristen en dat ze staten die weigerden te ontwapenen preventief zouden treffen. Bovendien beweerde de regering Bush de resoluties van de Veiligheidsraad die Irak, weliswaar zonder succes, verplichtten te ontwapenen, toe te passen.
Critici van het beleid van de regering Bush verwierpen deze rechtvaardigingen en veroordeelden de invasie als een overduidelijke overtreding van het internationale recht en het Handvest van de Verenigde Naties. Ze stelden dat de Verenigde Staten wettelijk gezien het recht niet hadden om Irak binnen te vallen zonder een uitdrukkelijke toestemming van de Veiligheidsraad; dat de wapeninspecteurs vooruitgang boekten in hun zoektocht naar massavernietigingswapens in Irak en meer tijd nodig hadden om hun werk af te ronden; dat Irak meewerkte met deze inspecteurs en dat er geen enkel verband was tussen Irak en de terroristische aanslagen van 11 september. Ze verwierpen eveneens de toepassing van de resoluties 678 (1990) en 1441 (2002) van de Veiligheidsraad, die door de regering Bush ingeroepen werd. De machtiging die toegekend werd door de resolutie 678 (1990) verviel bij het aannemen van de resolutie 687 (1991); bovendien stond de resolutie 1441 (2002) niet toe geweld te gebruiken tegen Irak indien het land zijn internationale verplichtingen weigerde na te komen. Rusland, Frankrijk en Duitsland stemden vóór de resolutie en waren van mening dat een tweede resolutie van de Veiligheidsraad noodzakelijk was, alvorens er militaire stappen konden ondernomen worden tegen Irak.
Dit artikel analyseert de wettelijke problemen die zich stelden bij de Amerikaanse invasie in Irak en bestudeert de twee gezichtspunten van het debat over de argumenten die ingeroepen werden ter rechtvaardiging van de invasie. Ten slotte weerlegt het artikel het Amerikaanse standpunt dat ervan uitgaat dat de invasie van Irak in overeenstemming was met het internationale recht en het Handvest van de Verenigde Naties.

ZUSAMMENFASSUNG - INTERNATIONALES RECHT UND DIE INVASION DER VEREINIGTEN STAATEN IN IRAK

Nach wochenlangen diplomatischen Geschäftigkeiten bei den Vereinten Nationen und in den Hauptstädten der Mitgliedstaaten des Sicherheitsrates, sind die Vereinigten Staaten, unterstützt von einer „Koalition der Freiwilligen», ohne Zustimmung des Sicherheitsrates in Irak eingefallen. In einem Brief am Präsidenten des Sicherheitsrates, rechtfertigten die Vereinigten Staaten diese Invasion auf Grund der Resolutionen 678 (1990) und 1441 (2002) des Sicherheitsrates und der irakischen Verweigerung um die Verpflichtungen einer Feuereinstellung zu respektieren. Die Vereinigten Staaten behaupteten, dass sie über eine rechtmäßige permanente Ermächtigung verfügten um gegen Irak Gewalt anzuwenden, wenn er seine Verpflichtungen, auf Grund der Resolution 678 (1990) die nach dem Golfkrieg abgefasst wurde, nicht nachkommen würde. Sie behaupteten ebenfalls, dass die Resolution 1441 (2002) Irak gewarnt hatte für «ernsthafte Folgen», wenn er sich die Zusammenarbeit mit den VNWaffeninspekteuren hartnäckig verweigerte.
Am Moment der Invasion argumentierte die Regierung Bush, dass die Anwesenheit von Massenvernichtungswaffen (WMD) in Irak eine potentielle Drohung für die amerikanische Sicherheit bedeutete, im Licht der Situation nach dem 11. September und des Risikos, dass diese Waffen in Hände von Terroristen fallen würden und gegen den VS gebraucht werden könnten. Die Regierung Bush sagte, dass die Amerikaner nach 9/11 nicht abwarten konnten bis sie von Schurkenstaaten oder Terroristen angegriffen wurden und dass sie die Staaten, die nicht entwaffnen wollen, präventiv anfallen würden. Darüber hinaus behauptete die Regierung Bush die Resolutionen des Sicherheitsrates, die Irak - zwar erfolglos - verpflichteten zu entwaffnen, anzuwenden.
Kritiker der Regierung Bush verwarfen diese Rechtfertigungen und verurteilten die Invasion als eine deutliche Übertretung des internationalen Rechts und der Satzung der Vereinten Nationen. Sie sagten, dass die Vereinigten Staaten kein Recht hatten Irak ohne ausdrückliche Zustimmung des Sicherheitsrates anzugreifen; dass die Waffeninspekteure Fortschritte erzielten in ihrer Suche nach Massenvernichtungswaffen in Irak und mehr Zeit brauchten um ihre Arbeit abzurunden; dass Irak mit diesen Waffeninspekteuren mitarbeitete und dass es keine Zusammenhang zwischen Irak und den terroristischen Angriffen des 11. Septembers gab. Sie verwarfen ebenfalls die Anwendung der Resolutionen 678 (1990) und 1441 (2002) des Sicherheitsrates, die durch die Regierung Bush in Anspruch genommen wurde. Die Ermächtigung, die durch die Resolution 678 (1990) erteilt wurde, verfiel bei der Annahme der Resolution 687 (1991); darüber hinaus verbot die Resolution 1441 (2002) Gewalt zu gebrauchen gegen Irak, wenn er seine internationalen Verpflichtungen nicht nachkommen wollte. Russland, Frankreich und Deutschland stimmten für die Resolution und teilten die Meinung, dass eine zweite Resolution des Sicherheitsrates notwendig war, ehe militärische Schritte gegen Irak unternommen werden konnten.
Dieser Artikel analysiert die gesetzlichen Probleme, die bei der amerikanischen Invasion in Irak auftauchten, und bestudiert die beiden Seiten der Debatte über die Argumente, die zur Rechtfertigung der Invasion vorgebracht wurden. Zum Schluss widerlegt der Artikel die amerikanische Auffassung, die behauptet, dass die Invasion in Irak in Übereinstimmung mit dem internationalen Recht und der Satzung der Vereinten Nationen war.

RESUMEN - EL DERECHO INTERNACIONAL Y LA INVASION DE IRAK POR LOS ESTADOS UNIDOS

Tras semanas de actividades diplomáticas en la sede de las Naciones Unidas y en las capitales de los estados miembros del Consejo de Seguridad, EE.UU. y una «coalición voluntarios» invadieron Irak sin la autorización del Consejo de Seguridad. En una carta dirigida al presidente del Consejo de Seguridad, EE.UU. invocó las resoluciones 678 (1990) y 1441 (2002) del Consejo de Seguridad, así como la falta de aplicación de las mismas por Irak como justificación legal para la invasión. EE.UU. afirmó que la resolución 678 (1990) le otorgaba la autorización legal de usar la fuerza contra Irak al no cumplir este país con sus obligaciones recogidas en la misma. Estas resoluciones fueron ratificadas por la resolución 687 (1991) del Consejo de Seguridad al final de la primera guerra del golfo. EE.UU. resaltó el hecho de que la resolución 1441 (2002) advertía a Irak de que sufriría «serias consecuencias» si colaboraba plenamente con los inspectores en armamento de las Naciones Unidas.
En el momento de la invasión, la administración Bush argumentaba que la posesión de armas de destrucción masiva (ADM) por Irak representaba una amenaza para la seguridad nacional de EE.UU., y que tras los atentados terroristas del 11 septiembre existía el riesgo de que dichas armas cayeran en manos de terroristas que podrían usarlas contra EE.UU. La administración Bush afirmó que tras los ataques terroristas del 11 de septiembre, EE.UU. no iba a esperar a que le atacaran naciones delincuentes o terroristas, y que tenía que atacar de forma preventiva a las naciones que se negaran a desarmarse. La administración Bush también afirmó que estaba aplicando las resoluciones del Consejo de Seguridad pedían el desarme de Irak y que no fueron respetadas por este país.
Los que se oponían a la política de la administración Bush rechazaron dichas justificaciones y condenaron la invasión como una violación flagrante del derecho internacional y de la carta de las Naciones Unidas. Afirmaban que EE.UU no tenía la autoridad legal para invadir Irak sin la autorización explícita del Consejo de Seguridad de las Naciones Unidas. También argumentaban que los inspectores en armamento estaban haciendo progresos en su búsqueda de las armas de destrucción masiva que poseía Irak y que necesitaban más tiempo para llevar a cabo su trabajo. También resaltaron que Irak estaba cooperando con los inspectores y que no había ninguna conexión entre Irak y los terroristas que llevaron a cabo los atentados del 11 de septiembre. Asimismo, rechazaron la postura de la administración Bush que se apoyaba en las resoluciones 678 (1990) y y 1441 (2002) del Consejo de Seguridad. La autoridad concedida a los estados bajo la resolución 678 había expirado con la adopción de la resolución 687; además, la resolución 1441 no autorizaba el uso de la fuerza contra Irak en el caso de que éste no cumpliera con sus obligaciones internacionales. Así lo entendieron Rusia, Francia y Alemania cuando votaron a favor de la resolución, y que haría falta otra resolución del Consejo de Seguridad antes de que se pudiera llevar a cabo cualquier acción militar contra Irak.
Este artículo analiza los aspectos legales de la invasión de Irak por EE.UU., y examina ambos lados del debate legal entorno a la justificación de la invasión. El ensayo concluye con el rechazo de la postura de EE.UU. que consideraba que la invasión de Irak era legal según el derecho internacional y la Carta de las Naciones Unidas.

RIASSUNTO - IL DIRITTO INTERNAZIONALE E L’INVASIONE DELL’IRAQ DA PARTE DEGLI STATI UNITI

Dopo settimane di ferventi attività diplomatiche in seno alle Nazioni Unite e nelle capitali degli stati membri del Consiglio di sicurezza, gli Stati Uniti ed una «coalizione di volenterosi» ha invaso militarmente l’Iraq senza autorizzazione del Consiglio di sicurezza. In una lettera indirizzata al Consiglio, a riprova della legittimità dell’invasione, gli Stati Uniti hanno invocato le risoluzioni 678 (1990) e 1441 (2002), assieme al rifiuto dell’Iraq di rispettare gli obblighi assunti con la tregua del 1991. Secondo gli USA, sulla base della risoluzione 678, il venir meno degli obblighi in parola avrebbe conferito legittimità all’uso della forza. Tali obblighi erano stati riconosciuti nella risoluzione del Consiglio di sicurezza 687 (1991) alla fine della prima Guerra del golfo. In aggiunta, gli Stati Uniti hanno anche affermato che la risoluzione 1441 (2002) informava l’Iraq delle «serie conseguenze» che sarebbero occorse se non avesse collaborato interamente con gli ispettori delle Nazioni Unite.
Al momento dell’invasione, l’amministrazione Bush basava il casus belli sul fatto che l’Iraq possedesse armi di distruzione di massa (ADM) e rappresentasse una seria minaccia per la sicurezza nazionale degli Stati Uniti, anche a causa del rischio, concretizzatosi dopo gli attentati dell’11 settembre, che i terroristi potessero avere accesso a tali armamenti ed utilizzarli contro gli Stati Uniti. L’amministrazione Bush affermava che, dopo gli attentati dell’11 settembre, gli Stati Uniti non avrebbero più atteso di essere attaccati da stati criminali o terroristi, ma che avrebbero adottato misure preventive attaccando le nazioni che avessero rifiutato di disarmarsi. L’amministrazione Bush aveva anche dichiarato che in realtà l’invasione era la conseguenza dell’applicazione delle risoluzioni del Consiglio di sicurezza che richiedevano il disarmo del Iraq, ma che quest’ultimo non aveva rispettato.
I paesi che si opponevano alla politica dell’amministrazione Bush avevano respinto tali giustificazioni e condannato l’invasione del Iraq come un’ovvia violazione del diritto internazionale e della Carta delle Nazioni Unite. Secondo gli stati in questione, senza l’autorizzazione del Consiglio di sicurezza, gli USA non avevano alcun potere legittimo di invadere l’Iraq. Tali stati avevano anche dichiarato che gli ispettori delle Nazioni Unite avevano fatto progressi nella ricerca delle ADM irachene ed che avevano bisogno di più tempo per completare il loro compito. Riconoscevano anche che l’Iraq stava cooperando con gli ispettori e che «non sussisteva alcuna relazione tra l’Iraq e gli attentati terroristici dell’11 settembre». Queste nazioni respingevano anche i riferimenti dell’amministrazione Bush alle risoluzioni 678 (1990) e 1441 (2002). Difatti, l’autorità conferita dalla risoluzione 678 (1990) era scaduta con l’adozione della risoluzione 687 (1991) e la risoluzione 1441 (2002) non autorizzava esplicitamente l’uso della forza contro l’Iraq nel caso in cui quest’ultimo non avesse onorato i suoi obblighi internazionali. Queste ragioni avevano giustificato il voto favorevole in Consiglio di paesi come la Francia, la Russia e la Germania allorquando gli stessi avevano sostenuto, a seguito dell’adozione della risoluzione 1441 (2002) che «un’altra risoluzione sarebbe (stata) necessaria prima di intraprendere un qualunque intervento militare contro l’Iraq».
Questo articolo analizza gli aspetti giuridici dell’invasione dell’Iraq da parte degli Stati Uniti, esaminando le ragioni di entrambe le parti. In conclusione, l’articolo respinge la posizione degli USA per cui, secondo il diritto internazionale e la carta delle Nazioni Unite, l’invasione sarebbe stata da considerarsi giuridicamente legittima.